Een militant van OVS schreef volgende reactie naar aanleiding van een zoveelste agressie incident bij treinbegeleiders.
“Omdat de frustratie me hoog zit dezer dagen, neem ik de pen ter hand.
Zondag werd een redelijke vraag van een redelijke treinbegeleider, het mondmasker dragen als coronamaatregel, beantwoord met een tirade en heel wat trappen. Dit incident bevat gelukkig het triggerwoord corona en dus wordt het gretig opgepikt door allerhande media. Malafide jongerengedrag gemixt met corona zorgt namelijk voor heel wat clicks en buzz.
Zonder dit triggerwoord corona, werd dit incident het zoveelste dat misschien snel even besproken zou worden tijdens een comité of maandelijkse raad.
Misschien zou er een REX (return of experience) opgemaakt worden waarmee men treinbegeleiders zou gewaar maken dat men de mondmaskerplicht neutraal moet aanpakken.
De trieste waarheid is dat, terwijl onze olijke voogdijminister Gilkinet in het Brusselse staat te steppen voor een fotoshoot, dagelijks twee collega’s melding maken van agressie. Ik zeg melding maken want velen, waaronder ikzelf, hebben al lang de moed niet meer (of de durf in het geval van de newbies) om elke tirade, elke vulgaire scheldpartij of elke duw nog te melden. Sinds corona is het aantal treinreizigers afgenomen, de agressiecijfers blijken zowaar nog hoger te liggen dan voorheen.
Maar corona is niet de grote schuldige. Jongeren zijn vaak ook niet de schuldige, toch niet in de meeste van mijn agressiegevallen. De dader is even divers als de maatschappij: wit, zwart, bruin en groen (van nijd), jong, oud, man, vrouw, van alle lagen van de maatschappij. Die keer dat een man van middelbare leeftijd, keurig in kostuum, neus aan neus kwam razen omdat elke bestuurder toeterde voor zijn woonst (gelegen net langs een spoorwegtunnel, waar bestuurders verplicht moeten claxonneren om eventuele personen in de tunnel te waarschuwen), is me nog steeds op het netvlies gebrand. Gelukkig was dit pre-corona want het speeksel vloog toen welig alle kanten op.
Toegegeven, zeker niet alle agressiegevallen zijn met humor na te vertellen. Ik ben al in elkaar geslagen bij gebrek aan punching bag.
De samenleving verhardt en mensen raken meer en meer gefrustreerd. Agressie neemt overal toe, vraag maar aan verplegend personeel of brandweer. Helaas is er binnen onze firma blijkbaar geen plan, geen visie om deze maatschappelijke veranderingen aan te pakken. Ik heb van geen enkele gemelde agressie, zij het fysiek of verbaal, ooit nog iets gehoord. Nochtans had ik vaak de identiteit van de dader. Wel heeft men me gevraagd of ik me wilde inschrijven voor een cursus agressiebeheersing, iets wat men wel meer vraagt aan slachtoffers, kwestie van het rollenpatroon wat door elkaar te schudden. Indien dergelijke cursus nuttig zou zijn, kan men die bijvoorbeeld tijdens de opleiding (ondertussen op enkele jaren tijd qua duur gehalveerd om snelheid te laten primeren op degelijkheid) geven zoals men soms weleens in de media verkondigt? Straffeloosheid nodigt uit tot recidive.
Zijn er oplossingen? Zeker en vast. Stoppen met besparen lijkt me een goeie eerste stap. In elk station waar er nog een personeelslid werkt, is er een aanspreekpunt voor collega’s en reizigers. Er is sociale controle en lokale know how. Deze kan je niet vervangen door een boekenwinkel die tickets verkoopt of een Panos die open is van 7.00 tot 18.00 zoals de minister ons mooi voorhoudt. ’s Avonds is de nood het grootst en net dan staan wij meer alleen dan ooit. Wij zijn het gewend lange treinen langs allerlei gehuchten te verzekeren, waar we geen kat zien, alleen. Wetende dat een tussenkomst waarschijnlijk pas heel wat stations later mogelijk zal zijn. Blijven staan doe je zelden want je wil de reizigers niet laten wachten, dat zit zo in ons professioneel DNA verweven. Ooit werd me gezegd dat er twee haltes verder een hoop vrienden van een reiziger gingen instappen en dat ze me gingen ‘kapotmaken’.
Uiteraard belde ik om dringende tussenkomst. Men wist mijn vraag voor hulp te beantwoorden met ”kunt ge ze bijhouden tot station X, chef? ” Vijf haltes neergeslagen worden, valt niet mee, laat staan dat je even pauze kunt nemen om je vertrek te geven. Men ijvert voor vroegere en latere treinen, iets wat ik persoonlijk een heel goede zaak vind, maar daar moet men ook structureel rond werken.
De trein moet veilig zijn, op om het even welk tijdstip, zowel voor reiziger als personeel. Dit principe dreigt stilaan te verwateren door besparingen. Efficiëntie bereik je niet door je core business te ondermijnen. Het is alles errond dat zou moeten verdwijnen terwijl de werking optimaal blijft, zowel intern als voor de reiziger. Dat is dan nog gesproken vanuit een economisch oogpunt, iets wat bij openbare diensten zeker niet zou mogen primeren. Een openbaar vervoer zorgt voor economisch (die vroege trein met vijf reizigers zorgt voor productie in bedrijven) en sociaal (die avondvernissage kunnen bijwonen, die film, dat concert of dat toneelstuk kunnen afkijken) kapitaal dat zelden gemeten noch besproken wordt. Dat is de winst die openbaar vervoer moet beogen.
Het is bijvoorbeeld al een hele tijd geweten dat ’s avonds tussenkomst vragen in Leuven, toch het derde grootste station in Vlaanderen, zinloos is. Het securail team is daar zeer onderbemand. Tijdens de eerste dagen van de fantastische raamregel kwamen we bij aankomst met een kusttrein ineens een klein leger tegen op het Leuvense perron, zelfs tijdens deze regenachtige vakantie waarin het zelfs heeft gesneeuwd. Velen bleken agenten uit andere stations die bijstand moesten komen bieden maar het werkte! Nog nooit heb mijn treinen naar de kust zo leeg gezien! Het weer kan ook de doorslag gegeven hebben, waarschijnlijk zal een consultancybedrijf dit moeten onderzoeken. Dat andere stations nu geen mogelijkheid tot tussenkomst hadden was ongetwijfeld slechts een voetnoot voor de tevreden politici.
Uiteindelijk hoef je geen dure consultant of astrofysicus te zijn om te zien waar het fout loopt. Bij het agressievraagstuk komen dezelfde conclusies naar boven als bij ongeveer elke uitdaging waar we voor staan. Ongeveer elke treinbegeleid(st)er kan je zijn/haar ervaringen meegeven en het komt allemaal op hetzelfde neer.
Een gebrek aan bescherming voor het personeel, een gebrek aan personeel, een gebrek aan toekomstvisie (mobiliteit op maat, op maat van wie?) en vooral een gebrek aan investeringen dreigen ons openbaar vervoer te doen verwateren nog voor de liberalisering, het wordt tijd dat we ons laten horen, reizigers en personeel aan dezelfde kant, voor hetzelfde doel: duurzaam, betrouwbaar en veilig openbaar vervoer!”