De gesprekken tussen de Onafhankelijke Vakbond voor Spoorwegpersoneel OVS en de directie in verband met de problematische verlofsituatie van het treinbegeleidingspersoneel, hebben gisteren niet geleid tot een doorbraak in dit dossier. De directie wou ons tot op zekere hoogte tegemoetkomen, maar verbond hier geen harde garanties aan.
Volgende maatregelen werden uitgebreid besproken:
Het opzetten van een wachtdienst voor buddies voor treinbegeleiders die tijdens hun dienst geconfronteerd worden met critical incidents zoals agressie of persoonsongevallen. We appreciëren de inspanningen die de directie op dit gebied wil leveren, maar benadrukken dat dit niet meer is dan een inhaalbeweging ten opzichte van het vaak schrijnend gebrek aan onmiddellijke opvang tegenwoordig, en dat deze maatregel geen enkele invloed heeft op de aangekaarte verlofproblematiek.
De OVS lanceerde op een eerdere verzoeningsvergadering het idee van een zogenaamd “vlinderkader”. Een “vlinder” is een treinbegeleider die, louter op vrijwillige basis en tegen vergoeding, uitermate flexibel opgesteld kan worden in verschillende standplaatsen in functie van eventuele personeelstekorten, bijvoorbeeld door ziekte of deeltijds werken. Voor OVS dient dit vlinderkader een contingent te zijn bovenop het normale treinbegeleidingskader. Op momenten dat ‘vlinders’ niet als vlinder worden ingezet, kunnen ze opgesteld worden als bijvoorbeeld controlebediende. De directie staat open voor de oprichting van dat kader, waarvoor de specifieke tewerkstellingsmodaliteiten nog moeten worden uitgewerkt, maar niet als extra contingent bovenop het voorziene kader.
De centrale eis van OVS betrof het verplicht moeten kunnen toekennen van verlof aan minstens 15% van het voorziene kader in elke standplaats, en dit op elk ogenblik en ongeacht de omstandigheden. Afwezigheden zoals rust- en compensatiedagen, ziekte of vormen van (al dan niet thematische) deeltijdse arbeid mogen dus niet worden meegeteld voor het berekenen van deze ondergrens.
Vanuit deze eis werd door de directie het engagement geuit om deze maatregel gefaseerd in te voeren. Een eerste voorstel ging uit van 13% begin december, 14% bij de aanvang van de paasvakantie 2020 en 15% bij de zomervakantie 2020. Dit engagement werd later bijgesteld tot 15% bij aanvang van de paasvakantie 2020, dit gecombineerd met een verhoging van het aandeel deeltijdse arbeid van 10% van het kader nu, tot 12% in december.
Voor OVS is deze gefaseerde uitrol, zonder enige garantie dat de doelstellingen effectief bereikt zullen worden, te weinig ambitieus. Wij hebben de directie er herhaaldelijk op gewezen dat we geen onredelijke eisen stellen, enkel dat een basisrecht van het personeel wordt gerespecteerd. Het is onaanvaardbaar dat zelfs nu nog treinbegeleiders hun verlof in extremis wordt ingetrokken, dat men pas de dag voordien enige zekerheid heeft of dat men tijdens een meerdaagse afwezigheid geacht wordt elke dag contact op te nemen met de diensttabel om na te gaan of men al dan niet ingepland werd.
De OVS kan tot op zekere hoogte begrip opbrengen voor een aantal door de directie opgeworpen praktische bezwaren die de onmiddellijke implementatie van de gevraagde maatregelen bemoeilijken. De OVS heeft een ultiem tegenvoorstel geformuleerd dat uitging van 15% gegarandeerd verlof in alle omstandigheden in alle standplaatsen uiterlijk in december, en dit gecombineerd met een gefaseerde uitrol van het nieuwe vervoersplan.
Deze gefaseerde uitrol van het vervoersplan vormt voor ons de garantie dat het treinbegeleidingspersoneel niet alweer kind van de rekening wordt als de aanwerveringsdoelstellingen niet gehaald worden. In ons voorstel zou in een eerste fase van het vervoersplan het treinaanbod uitgaan van het aantal beschikbare treinbegeleiders in december, waaraan later treinen kunnen worden toegevoegd in functie van een eventuele nieuwe instroom aan treinbegeleiders. Hiermee raakten we echter een heilig huisje voor de directie.
De OVS vindt zich niet terug in kritiek omtrent ‘opgevoerde negativiteit op de sociale media’ vanwege een andere syndicale organisatie, die nu wel gesteund door de druk van de stakingsactie van OVS aan de onderhandelingstafel kan plaatsnemen. In tegendeel, wij menen ons in dit verhaal sereen, correct en uitermate constructief te hebben opgesteld, en dit zonder de belangen van het treinbegeleidingspersoneel en onze leden uit het oog te hebben verloren. Een zoveelste dossier gebasseerd op louter engagementen zonder harde garanties, is gezien de huidige situatie op geen enkele manier verdedigbaar naar de mensen die nu keer op keer hun verlofplannen in het water zien vallen.
Tenslotte benadrukt de OVS dat, in tegenstelling tot bepaalde insinuaties door een erkende syndicale organisatie, in dit dossier -en talrijke vorige dossiers- wel degelijk de hand naar de andere partijen werd uitgestoken om het probleem samen in gemeenschappelijk front aan te pakken. Een antwoord bleef tot op heden uit, maar de hand blijft ondanks alles uitgestoken.