“Vier procent productiviteitsverhoging per jaar tot 2022.” Dat was de boodschap van Sophie Dutordoir voor het personeel bij haar aantreden in 2016. Eén van de manieren om deze productiviteitsverhoging te verwezenlijken was om prestaties zo vol mogelijk te proppen, en botweg om het personeel langer te laten werken. Hierbij worden de grenzen van de wettelijke bepalingen m.b.t. de arbeidsduur opgezocht, en vaak zelfs overschreden.
De maximale arbeidsduur is in België vastgelegd op 50 uur per week, van maandag tot en met zondag. Nochtans zijn (kalender)weken waarin meer dan de maximaal toegestane 50 uur wordt ingepland, geen uitzondering binnen de NMBS. De NMBS geniet hier bovendien al enige vrijheid doordat het perfect mogelijk is om personeel in onregelmatige cyclus in een periode van zeven opeenvolgende dagen die niet aanvangt op maandag, bijvoorbeeld van woensdag tot en met dinsdag, meer dan 50 uren te laten presteren. Deze werkwijze is misschien wel conform met de letter van de wet, maar gaat volgens ons duidelijk tegen de geest ervan in.
Het is eveneens verboden om personeel structureel overwerk te laten verrichten. Een compenserende vrije dag moet gegeven worden in de referteperiode waarin de overuren gepresteerd worden. Voor de NMBS bedraagt deze referteperiode een kwartaal, dus drie maanden. Specifiek voor het besturingspersoneel beweerde de directie dat er minuren gepresteerd worden, en verhoogde daarop de gemiddelde prestatieduur tot meer dan acht uur. In de praktijk resulteerde dit in veel reeksen en depots in een overdaad aan uitbetaalde overuren en compenserende dagen overuren. Deze compenserende dagen werden dan vaak nog eens in het kwartaal volgend op het kwartaal waarin ze gepresteerd werden gegeven, en niet in het kwartaal zelf. Eén en ander toont duidelijk aan dat deze overuren geen accidenteel karakter hebben, maar structureel werden ingepland.
Deze wettelijke bepalingen zijn er niet om de werkgever het leven zuur te maken. Ze beschermen de werknemer tegen de gevaren van oververmoeidheid en de invloed hiervan op de gezondheid en garanderen een gezonde balans tussen werk, gezin en sociaal leven. Zeker voor het personeel in ploegen of in onregelmatige cyclus is dit reeds een moeilijke evenwichtsoefening zonder dat er overuren gepresteerd moeten worden.
Net zoals in veel bestuurdersdepots liep het overwerk in depot Kortrijk de spuigaten uit. Ook de reeksen die eind vorig jaar gepresenteerd werden, bleken geen soelaas te bieden en deze werden dan ook niet aanvaard. In plaats van tegemoet te komen aan de terechte bemerkingen van de bestuurders, voerde de directie echter eenzijdig de reeksen door. Een groep Kortrijkse treinbestuurders en militanten -van zeer divers syndicaal pluimage- zag geen andere mogelijkheid meer dan deze mistoestanden over te maken aan de toezichthoudende overheid, FOD WASO. Deze lijkt hen nu over de hele lijn gelijk te geven. Een relaas van hun ervaringen lees je hieronder.
Ondanks de duidelijke vingerwijzing van de FOD en de belofte van de NMBS dat het aantal overuren beperkt zal worden, gaat de maatschappij op hetzelfde elan verder. Ook de nieuwe reeksvoorstellen voor Kortrijk zitten ver boven een gemiddelde prestatieduur van acht uur, en zullen dus ongetwijfeld ook aanleiding geven tot overuren.
Ondertussen worden de treinbestuurders in Kortrijk subtiel onder druk gezet. Van hogerhand kregen ze te horen dat ze maar eens goed moeten nadenken over wat ze in gang aan het steken zijn en zich dienen te realiseren welke gevolgen dit zou kunnen hebben.
Wat de directie hiermee bedoelt is duidelijk: elke dienstwissel -vaak de enige manier om op een bepaalde dag thuis te zijn omdat er geen verlof gegeven kan worden- zal met een vergrootglas bekeken worden. Als door deze wissel de weekgrens van 50 uur of de kwartaalgrens voor overuren niet gerespecteerd kan worden, dan zal hij niet toegestaan worden.
Deze plotse misplaatste aandacht voor het welzijn van het personeel ontroert ons oprecht… Het is hallucinant dat de directie de verantwoordelijkheid voor deze wantoestand bij de collega’s die aan de bel trekken lijkt te willen leggen, in plaats van de hand in eigen boezem te steken. Dit probleem is een direct gevolg van jarenlang onvoldoende geïnvesteerd te hebben in het uitvoerend kader.
Ook het laatste voorstel voor een protocol van sociaal akkoord moet vanuit de invalshoek van dit dossier bekeken worden. In plaats van zich te schikken naar de regels wil men de overuren annualiseren, dus bekijken op jaarbasis. Dit gaat alweer ten koste van de work-lifebalans. In plaats van voldoende uitvoerend personeel aan te werven, wil de directie het personeel tijdens drukke perioden maximaal kunnen inzetten, waarna deze uren verplicht gerecupereerd worden op een moment dat men er zelf ook weinig aan heeft.
Het relaas van de Kortrijkse treinbestuurders:
“Beste spoorwegvrienden,
Wij, de treinbestuurders van Kortrijk, zijn in eind 2017 begonnen aan een strijd om het verplicht uitvoeren van overwerk aan te kaarten.
Dit is begonnen vanuit het gevoel dat, sinds het herwaarderen van ons beroep als treinbestuurder, het voor ons echt wel teveel begon te worden. Wij spraken daarover met collega’s uit andere depots en die antwoorden bevestigend op dit gevoel. We zagen in die periode tot nu veel meer spoormensen langdurig uitvallen met aandoeningen die wij van tevoren slechts sporadisch zagen voorvallen, zoals burn-out, depressie en dergelijke meer.
In combinatie met ons eigen gevoel dat het voor ons teveel werd zijn wij eerst intern op zoek gegaan naar een luisterend oor en daadkracht om iets te doen aan ons probleem. Het luisterend oor werd gevonden bij onze nabije oversten omdat zij ook hetzelfde gevoel ervaren. De daadkracht om iets aan het probleem te doen zochten wij bij onze directie.
In eerste instantie hebben wij dit gewoon aangekaart tijdens de vele reeks vergaderingen. Maar dit werd telkens weggelachen en ontkend dat er iets aan de hand was, we werkten blijkbaar namelijk gemiddeld nog altijd te weinig. Nochtans kregen wij telkens overuren uitbetaald en werden de CZ dagen uitgedeeld alsof ze op de Zwarte Markt van Tessenderlo in de aanbieding stonden. Wij waren van mening dat een personeelslid meer uren laten werken dan dat er in zijn statuut of contract staat vermeld toch iets vrijwillig is en nooit kan opgedrongen of verplicht worden. Er bestaat daar een woord voor: dwangarbeid. Want dit is heel die CZ regeling eigenlijk. Wij voeren werk uit onder DWANG. Wij hebben daar niet in toegestemd.
Wij zijn toen ten rade gegaan bij de FOD WASO, het orgaan in België dat een dwingende uitspraak kan doen in die materie. En daar kregen we twee dingen te horen.
De kwartaalgrenzen zijn al een uitzondering dat de NMBS verkregen heeft, en zijn dus heilig. In vele andere sectoren dienen die grenzen gerespecteerd te worden per maand.
De weekgrens van 50u, dus van maandag tot en met zondag, is een absolute grens die -behalve bij overmacht- nooit mag overschreden worden. Zolang het land niet vergaat moet deze grens gerespecteerd worden.
Wij hebben deze bevestiging ook alles op papier bekomen van de bevoegde diensten.
Wij trokken met deze informatie naar de general manager van B-TO, de heer Windmolders. Gezien de titel op zijn businesscard zou deze toch een zekere daadkracht aan de dag moeten kunnen leggen. We kregen van hem in eerste instantie het oude verhaal te horen dat er niets aan de hand was dat we gemiddeld zelfs te weinig werkten. Toen we hem confronteerden met de bevindingen van de FOD en HR Rail deze mondeling bevestigden, werd het zeer stil aan de andere kant van de tafel. Wij vergeleken dit met de verkeersregels. Het is niet omdat je in bepaalde auto’s op de autostrade aan 90 rijden dat wij de plicht hebben om aan 140 te rijden.
Nu heeft de FOD-WASO ook niet stilgezeten. Zij zijn in dialoog gegaan met de NMBS/HR Rail en de directie heeft hen het volgende beloofd:
Om vanaf september geen overuren meer te genereren zonder dat die gerecupereerd worden binnen het kwartaal
Om alle reeds geproduceerde uren te recuperen binnen de twee kwartalen (6 maand)
Dit zijn geen kleine beloftes van onze directie!! Toch zagen wij in september de gemiddelde duur van onze diensten opnieuw stijgen tot 8u20min. Wij vroegen ons af hoe dit te rijmen valt met de toezeggingen aan de FOD. We kregen te horen dat aan een oplossing gewerkt wordt en dat dit nationale materie is waar wij ons niet moesten mee bezig houden.
De oplossing die wij aangeboden krijgen is die van een wegpiraat die stelt dat je toch wel 200 kan rijden op de snelweg, de opgelopen boetes weglacht en daarvoor de afspraak verandert dat als hij gemiddeld 120 km/u rijdt (inclusief de zone 30), hij in regel is. Want dat is die annualisering van de grenzen die de directie beoogt met het laatste voorstel voor een protocol van sociaal akkoord eigenlijk, niet meer en niet minder! In bepaalde periodes werk je je kapot, wanneer het rustig is qua verlof en ziekte (bijvoorbeeld een regenachtige aprilmaand) wordt je buiten je wil om thuis gezet.
Wij in Kortrijk hebben niet alleen aangetoond dat met het overschrijden van de kwartaalgrenzen niet alleen onze work-life balance, gezondheid, relatie… beïnvloedt, maar ook dat met het overschrijden van deze regels strafbare feiten worden gepleegd.
Het is daarom des te schrijnender dat men in plaats van de regels te respecteren men deze gewoon wil veranderen, alsof een bank beroven plots een nobel beroep zou zijn. De directie gedraagt zich als een verwend nest waarbij wetten en grenzen steeds moeten verlegd worden omdat ze er zelf over zijn gegaan.
Hopelijk bent u wakker geschrokken.
De bestuurders van Kortrijk.”