Uitgelegd! Dienstanciënnicteit, graadanciënniteit, schaalanciënniteit….

Bij de NMBS is het begrip ‘anciënniteit’ een vlag die vele ladingen kan dekken. We kennen niet minder dan vier verschillende soorten anciënniteit, die elk een invloed kunnen hebben op de verloning, overplaatsing of bij de rangschikking
voor bepaalde proeven.

DIENSTANCIËNNITEIT is het aantal jaren dat je gewerkt hebt bij de NMBS, zowel als contractueel of als statutair. Er wordt niet afgerond per semester. Je hebt dus altijd een bepaald aantal jaren, maanden en dagen anciënniteit. Deze anciënniteit is vooral van belang voor bepaalde opslagen voorzien in de barema’s

GRAADANCIËNNITEIT is het aantal jaren dat je als statutair hebt gewerkt in een bepaalde graad. Deze wordt ook uitgedrukt in aantal jaren, maanden en dagen, maar hier wordt wel “afgerond”. Valt de begindatum in een graad in de eerste maand van het semester dan telt deze semester mee. Valt je begindatum in een andere maand van het semester, dan begint je graadanciënniteit pas te lopen vanaf het volgende semester.

De graadanciënniteit is van belang bij bepaalde opslagen voorzien in de barema’s en voor overplaatsingen

SCHAALANCIËNNITEIT wordt gebruikt om te bepalen volgens hoeveel jaar anciënniteit je verloond wordt in de loonschaal waarin je je bevindt. Ze begint te lopen vanaf de indienstneming door HR-rail, en dit zowel bij contractuele als statutaire tewerkstelling.

De schaalanciënniteit wordt uitgedrukt in jaren, maanden en dagen, en wordt ook afgerond. Valt je indienstneming in de eerste maand van het semester, dan telt heel deze semester mee. In de overige maanden begint de teller pas te lopen vanaf het volgende semester.

“De begindatum vanaf dewelke de schaalanciënniteit berekend wordt, kan vervroegd worden indien je gelijksoortige ervaring in een andere firma erkend wordt.”

STATUTAIRE ANCIËNNITEIT is het aantal, jaren, maanden en dagen dat je gewerkt hebt als statutair personeelslid. Deze anciënniteit dient voornamelijk om mee de rangschikking te bepalen bij bepaalde proeven.

Wat betreft de verloning zijn de dienstanciënniteit of graadanciënniteit van belang om te bepalen wanneer je automatisch naar een hogere baremaschaal gaat. Dat verschilt van functie tot functie. Een treinbestuurder gaat bijvoorbeeld na 18 jaar dienstanciënniteit van schaal 580 naar schaal 585. Een treinbegeleider gaat na 12 jaar graadanciënniteit naar schaal 565

Bij overplaatsingen geldt enkel de graadanciënniteit en niet dienstanciënniteit of schaalanciënniteit.

Zoals gewoonlijk maken enkele voorbeelden één en ander veel duidelijker:

  • Een bestuurder rangeringen, in dienst genomen op 01/01/2000, heeft een dienstanciënniteit van 18 jaar. Als hij treinbestuurder wordt op 01/01/2018, zal hij direct naar schaal 585 gaan (hij heeft immers 18 jaar dienst), met 18 jaar schaalanciënniteit. In dit geval is de dienstanciënniteit dezelfde als de schaalanciënniteit.
  • Een treinbestuurder, aangeworven op 01/01/2002, heeft eerst nog twee jaar gewerkt als treinbestuurder voor een privéfirma. Zijn schaalanciënniteit zal beginnen lopen op 01/01/2000, maar zijn dienstanciënniteit begint pas op 01/01/2002. Op 01/01/2018 zal hij het loon krijgen van schaal 580 met 18 jaar schaalanciënniteit, maar hij zal pas naar schaal 585 gaan in 2020 wanneer hij 18 jaar dienstanciënniteit heeft. Op dat ogenblik zal hij echter onmiddellijk al kunnen genieten van 20 jaar schaalanciënniteit in de nieuwe loonschaal.
  • Een onderstationschef, aangeworven op 01/01/2000, wordt op 01/01/2018 treinbegeleider. Hij zal direct betaald worden volgens schaal 523 (heeft 4 jaar dienst) met 18 jaar schaalanciënniteit. Maar hij zal pas over 12 jaar in 2030 naar schaal 565 kunnen gaan omdat hij dan pas 12 jaar graadanciënniteit heeft.

Zoals je ziet, kleine verschillen in benamingen die toch wezenlijke verschillen tot gevolg kunnen hebben!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.